0 0
Read Time:7 Minute, 47 Second

Onze tweede week aan de Australische oostkust ging uiteraard verder van waar de eerste week was geëindigd: op Myella Farm. Na het ontbijt gingen we terug de bus op voor enkele uren om uiteindelijk in de namiddag nog maar eens het water op te gaan. We namen de ferry naar Fraser Island, blijkbaar het grootste zandeiland ter wereld en dan groeit er nog eens een regenwoud op ook. De ferrytocht duurde zo’n driekwartier, waarna we in een minibusje naar onze best wel knappe accommodatie werden gebracht. ’s Avonds gingen we naar de zonsondergang kijken en daarna gaan eten. Net zoals op vorige avonden waren het steeds dezelfden die als laatsten overbleven.

Het begon typerend te worden dat de meesten al rond 20u30 gaan slapen waren, terwijl Eva, Greta, Kendall en ikzelf als enigen overbleven… We bestonden duidelijk uit een groep vroege slapers. De volgende dag zou dat anders zijn, dachten we, want dan was het de verjaardag van Megan dus zou er toch gefeest worden, niet?

In alle geval was die volgende dag, de negende al op deze tour, een van de plezantste. Er stond namelijk een 4×4-tocht gepland. Onze gids en tevens de chauffeur van de 4×4-bus was Barry en die bracht ons eerst naar een uitkijkpunt over het eiland en daarna naar het strand. Het strand hier blijkt een autosnelweg te zijn, jawel, maar tegelijk ook een vliegveld, jawel. Het strand op Fraser Island is één van de enige twee (aldus Barry) ter wereld waar je met een vliegtuig kunt opstijgen en landen. We hadden de optie om dit ineens ook te doen en zo een vlucht van vijftien minuten over het eiland te maken. Ik kon de lokroep niet weerstaan en heb dit dus ook gedaan. Vanuit het vliegtuigje spotten we walvissen in de zee maar vlogen we ook over de zaken die we later in de 4×4-bus nog zouden gaan bezichtigen zoals Eli Creek, de Pinnacles en het wrak van de Maheno. Een vlucht die absoluut de waard was!

Hierna gingen we dus terug de bus op en reden we eerst naar Eli Creek, een beekje dat uitmondt op het strand en waarvan het water van nature drinkbaar is. Geen zuiveringsstation nodig, je kan het in feite al zwemmend opdrinken zonder erg. Oh ja, het smaakt best wel lekker! Daarna gingen we dan naar de Pinnacles (een gekleurde zandformatie) en naar het scheepswrak van de Maheno. Een scheepswrak in het echt zien, ook dat had ik nog nooit eerder gedaan.. Tot zover de goed gevulde voormiddag. Na e lunch gingen we eerst voor een wandeling van zo’n twee kilometer door het regenwoud alhier om daarna een kijkje te gaan nemen (in mijn geval) of te gaan zwemmen (in het geval van de meeste anderen) in het Lake McKenzie. Na dit alles was het tijd om ons klaar te maken voor de avondlijke feestelijkheden.

Onderweg naar het restaurant spotten we een dingo op het strand bij zonsondergang en hadden we een aperitief met verjaardagstaart en wijn. Na het dinner stond dan een ’trivia night’ op het programma, zeg maar een algemene kennisquiz. Kwamen af om hieraan deel te nemen: Eva, Greta, Kendall, een van ballonnen voorziene Megan, Nicole, Ricarda, Rose, Matt en mezelf. Met onze ploeg wonnen we de quiz met mogelijk iets te veel gemak. Onze vijftig behaalde punten waren er zestien meer dan de punten van de ploeg die tweede eindigde. Er waren trouwens zes ploegen, ik geef het maar mee. Als prijs kregen we twee karaffen drank cadeau en eens die op waren (rond 21.30u) gingen de meesten – alweer vroeg – gaan slapen. Opnieuw waren Eva, Greta en ikzelf de enigen die wat langer opbleven, dit keer wel in het gezelschap van Megan. We babbelden nog wat en gingen rond 22.30u gaan slapen. De laatste avond op de tour tot nu toe! #serieushoeishetmogelijk

Daags erna verlieten we Fraser Island en reden we naar Surfers Paradise. Onderweg stond een veel te korte stop in Brisbane op het programma. Brisbane is de hoofdstad van de staat Queensland, maar langer dan tweeënhalf uur konden we er blijkbaar niet blijven. De nutteloze stop in Emu Park (we hadden evengoed meteen naar Myella Farm kunnen doorrijden) en de voor mij al even zinloze vrije dag op Daydream Island had ik met plezier ingeruild voor wat meer tijd in Brisbane. Soit, ik heb die lunchpauze zo maximaal mogelijk benut door in Brissy rond te wandelen uiteraard, waarna we terug bij de bus afscheid namen van Amanda, Dennis, John en Thiago. Weer vier mensen minder in onze groep waardoor we slechts met achttien overbleven, waarvan Christopher en ikzelf de enige mannen waren.. Of beter: met negentien, want voor de laatste dagen van de oostkusttrip werden we vanaf Brisbane vergezeld door de Chinese Xie Jao.

We reden dus door naar Surfers Paradise en daar stond dan eindelijk nog eens een avondje uit te wachten! We gingen met z’n allen Italiaans gaan eten, dan gaan bowlen en dan naar ‘SinCity’, de club waar we uiteindelijk zouden blijven tot eindelijk eens wat latere uren. Toen we iets na één uur ’s nachts nog met z’n drieën (van onze groep) overbleven, besloot ik ook maar te gaan slapen. Het avondje uit had me duidelijk deugd gedaan, want met de volgende ochtend ook nog eens de mogelijkheid om uit te slapen had ik een heerlijke nachtrust. Rond 10.00u werd ik uitgeslapen wakker..

In het Hard Rock Café van Surfers Paradise ging ik nog een pin kopen en daarna vertrokken we alweer wat verder zuidwaarts. Eerst stopten we voor zo’n halfuurtje in Springbrook National Park voor een korte wandeling om dan daarna de grens tussen de staten Queensland en New South Wales te overschrijden. We reden door naar Byron Bay waar we twee nachten zouden verblijven en dus ook weer een vrije dag hadden. Een vrije dag die gevuld werd met regenweer in de namiddag maar een zonnige wandeling langs het strand en naar de vuurtoren in de voormiddag. Oh ja, funfact: hier in Byron Bay at ik veruit de lekkerste burger die ik in Australië al gegeten heb: die van Beloporto in de Feros Arcade!

Na twee dagen Byron reden we naar Crescent Head om er te gaan verblijven in het Surfaris Surf Camp en er – u raadt het nooit – een surfles te volgen. Het surfen ging door op Big Hill Beach en gingen net iets moeilijker dan ik had verwacht. Door het surfkamp dat ik in november had gevolgd bleek ik wel nog de techniek onder de knie te hebben maar was het duidelijk iets te lang geleden om meteen vlot terug te gaan rechtstaan op de surfplank. Al lukte het me wel meermaals, de duurtijd was niet je dat..

Van Crescent Head ging het dan naar Sydney voor de laatste dag van deze tour. Onderweg stopten we rond de lunch wel in de wijngaarden van Hunter Valley voor een wijndegustatie. Iets meer dan dat zelfs, want na het degusteren van de wijn begon een druivenpletcompetitie. In drie teams dienden we eerst blootsvoets druiven plat te stampen om dan daarna zo snel mogelijk een wijnfles te vullen met het druivensap. Mijn team – bestaande uit Georgia, Nicole, Rose, Christopher en mezelf – won deze competitie en kreeg twee wijnflessen mee naar huis. Een mooie afsluiter van deze tour!

’s Avonds kwamen we aan in Sydney en was de oostkust dus afgereisd.. Met gemengde gevoelens, het moet gezegd. De groep was net iets te groot waardoor we elkaar pas echt begonnen te leren kennen toen de trip er bijna op zat. Bovendien was er te weinig tijd in Brisbane, hadden we de everglades in Noosa (die naar het schijnt erg mooi zijn) niet eens gezien en was er mijns inziens iets te weinig activiteit en iets te veel relaxen. Niets tegen relaxen natuurlijk, maar daar waar we in de Outbacktour vrijwel dagelijks enkele kilometers wandelden, was de grootste activiteit hier aan de oostkust waarschijnlijk de wandeling van twee kilometer in het park op Fraser Island terwijl de rest van de tijd vooral met rusten werd doorgebracht.. Ik had het niet erg gevonden iets actiever te zijn.

Desalniettemin ben ik tevreden deze tour te hebben gedaan, heb ik weer wat nieuwe mensen leren kennen, heb ik me goed geamuseerd op het feestje in Surfers Paradise, zag ik weer wat pareltjes der natuur, ging ik voor het eerst paardrijden en een scheepswrak bezichtigen, noem maar op. Allemaal pluspunten waar de minpunten sowieso niet tegenop kunnen.

Nu dus nog een laatste week in Sydney en dan, volgende zaterdag, keer ik terug naar België.. Een raar gevoel. Een verdomd raar gevoel..

 

Oostkusttrip, week 2:

Dag 08 – Myella Farm > Fraser Island

  • Calliope > pitstop
  • Gin Gin > lunch
  • Fraser Island

Dag 09 – Fraser Island

  • 4WD Tour
  • Scenic flight
  • Eli Creek
  • Pinnacles
  • Maheno scheepswrak
  • Pile Valley > wandeling
  • Lake McKenzie
  • Trivia night

Dag 10 – Fraser Island > Surfers Paradise

  • Brisbane > lunch
  • Avondje uit in Surfers Paradise

Dag 11 – Surfers Paradise > Byron Bay

  • Springbrook National Park > ‘natural bridge’
  • Byron Bay

Dag 12 – Byron Bay (vrije dag)

  • Wandeling naar vuurtoren

Dag 13 – Byron Bay > Crescent Head

  • Grafton > pitstop
  • Coffs Harbour > ’the big banana’
  • Surfaris Surf Camp > surfles op Big Hill Beach

Dag 14 – Crescent Head > Sydney

  • Taree > pitstop
  • Hunter Valley vineyards > wijndegustatie + lunch
  • Wyong > pitstop
  • Sydney
Happy
Happy
0 %
Sad
Sad
0 %
Excited
Excited
0 %
Sleepy
Sleepy
0 %
Angry
Angry
0 %
Surprise
Surprise
0 %
Previous post Oostkust, week 1: ‘Eilandleven’
Next post De rare laatste dagen

Average Rating

5 Star
0%
4 Star
0%
3 Star
0%
2 Star
0%
1 Star
0%

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *