0 0
Read Time:5 Minute, 57 Second

Deze namiddag rond een uur of vijf schoot het me te binnen: Het was alweer een dag waarover ik een blog kon schrijven. Net zoals elke voorgaande dag hier. Als je echt elke dag iets weet dat voor jou de moeite is om over te schrijven omdat het zo’n indruk op je nalaat dat je het niet meer wil vergeten, dan weet je dat het een verdomd mooie reis is.

Morgen heb ik verlof en overmorgen mag ik naar Sao Paulo voor België – Zuid-Korea, maar vandaag moest nog gewerkt worden. Gabi, Benjamin, Wout en ikzelf gingen iets na negen aan de slag. De koepeltenten die niet meer gebruikt worden dienden leeggehaald te worden: lakens en slaapzakken weg, enkel de luchtmatrassen laten liggen. Daarna dan nog enkele luxetenten controleren op bezetting en een twintigtal ervan van proper beddengoed voorzien. Al vrij snel zat de zon erop en gingen we topless aan de slag. Allé ja, de mannen toch, Gabi uiteraard niet. Sinds eergisteren hebben we enkel zonneschijn, vandaag ging het kwik richting of over de 30°C. Vergeef het mij dat ik niet standaard een thermometer op zak heb.

We werkten goed door, waardoor we rond de middag klaar waren en het plan opvatten om een namiddag op het strand te spenderen. Even was er twijfel welke strand, maar Benjamin hakte de knoop door: op naar Grumari, een kleine baai met een naar het schijnt prachtig strand, aangeraden door Freddy De Kerpel. We vertrokken met z’n vijven: Gabi, Benjamin, Raphael, Simon en ikzelf. Dylan, Kristof, Laurens, Pierre en Tanguy zouden later nog nakomen blijkbaar.

De baai was een pareltje. Wat een prachtige ligging.. Als ik goed heb gezien is het een beschermd natuurgebied, waardoor je een baai krijgt die omgeven wordt door een prachtig zicht op bergen en bossen, zonder hotels of andere woonblokken. Elke keer je je hoofd recht om het te bekijken wil je gewoon een foto nemen. Raphaël mocht door een blessure het water niet in, Benjamin en Simon wilden eerst iets eten en dus gingen Gabi en ik het water in. De oceaan was hier kouder dan bij het DeVillage maar had ook wel een minder harde stroming en minder hoge golven.

We zwommen wat verder, richting een rotsflank aan de rechterkant. Of we daar op zouden kunnen, was de vraag die positief beantwoord werd. Aan de zeespiegel waren er mosselen te vinden, wat het wat opletten maakte om op de vrij steile rotsflank te klimmen, zoals ik later nog zou merken. Twee-drie meter hoger zetten we ons neer, maar al vrij snel werd Gabi overmand door de drang om hoger te gaan. Eerst liet ik haar doen omdat het toch vrij steil was en ik met mijn hoogtevrees niet geheel op mijn gemak was. Geen minuut later liet ik de angst varen. “Fuck angst, ik ga er gewoon voor.”

Op het hoogste punt dat we bereikten moeten we zo’n 50-60 meter boven de zeespiegel geweest zijn denk ik. Ik ben niet goed in schatten, maar Gabi dacht er hetzelfde over. We hebben daarboven ongeveer een halfuur samen gezeten denk ik. Een halfuur genieten. Doordat we eerst door het water moesten had ik geen fototoestel mee en enerzijds was dat spijtig omdat het zicht er fantastisch was, maar anderzijds was net dat feit top, want nu was ik niet afgeleid door zo’n camera en kon ik volop genieten van de situatie waarin ik me bevond.

Het verste wat we zagen waren – naar we vermoedden – de “Twee broers” van Rio. Of we nu naar links, naar rechts of recht voor ons keken, het zicht was telkens adembenemend. Alweer een erg mooie herinnering rijker. Zo veel mooie zaken meegemaakt hier intussen dat ik al bijna niet meer weet wat er in de eerste week hier ook al weer gebeurde.. Het ene topmoment na het andere.

Bij het terug afdalen naar zee heb ik mijn hiel wel gekwetst, helemaal beneden aan een (of twee?) van die mosselschelpen. Het bloedde vrij ferm, maar meer dan het bloed dempen kon ik niet doen. Dan wel wat opletten natuurlijk en de rest van de dag niet meer op blote voeten gelopen. Benji en Simon waren hun laatste restjes van een soort ‘fish and chips’-menu aan het eten, ik nam een slokje van hun kokosnoot (yep, kokosnootmelk recht uit de kokosnoot!) en het smaakte best wel goed. Met Gabi ging ik daarna een andere, kleinere rots op, waar Raphaël al een tijdje van de zon zat te genieten. Ideale plaats om wat fotootjes te schieten, want voor die rots moesten we niet door zee. Er waren zelfs trappen voor voorzien, dus dat was ineens ook weer wat veiliger.

Uiteindelijk hebben we zo’n tweetal uur gespendeerd in de bewuste baai en Dylan, Kristof, Laurens, Pierre en Tanguy hadden ons intussen vergezeld. Hierna keerden we terug. Te voet, want tot aan die bewuste baai rijdt geen taxi. Geleidelijk raakte onze groep bij het wandelen wat gesplitst: Kristof en Laurens voorop al lopend terug naar de camping, dan ik te voet, dan Tanguy en Dylan, dan de anderen maar buiten mijn zicht. Het werd steeds donkerder en wanneer dan plots een auto naast je stopt schrik je wel even. Pierre zat op de passagiersstoel en maande me aan in te stappen. Ok, ze hadden iemand gevonden om ons te voeren dus. Alleen zaten er al vier op de achterbank, dus moest ik op hun schoten plaatsnemen. Met een bestuurder, een passagier en vijf man op de achterbank terugkeren naar de camping, dat heb ik ineens ook weer meegemaakt.

In het DeVillage aangekomen heb ik dan maar meteen mijn voet laten verzorgen door de aanwezige EHBO-medewerkers. Twee sneeën van die schelpen in mijn hiel. Eén was ok, de andere vrij diep. Die laatste moest dus uitgekuist en ontsmet worden. Daarna een verband errond. En nu zit ik hier met mijn voet op een andere stoel liggend. Mijn hiel moet rusten, ik mag er niet op lopen, bij het douchen mag die niet in contact komen met water, et cetera. Het zou namelijk kunnen infecteren dan of onvoldoende goed genezen en wetende dat ik morgen naar Corcovado trek en overmorgen naar Sao Paulo, kan ik dat absoluut missen.

Nu goed: Grumari beach dus. Onthou die naam als je (nog) eens in de buurt van Rio de Janeiro bent. Perfect voor een lui namiddagje aan het strand. Al is het wel snel vanuit Rio zelf anderhalf uur met een taxi waarschijnlijk. Ideaal strandje ook voor beginnende surfers, daar waar het strand voor het DeVillage voor meer ervaren surfers is. Enfin, ‘DeVillage’, na het WK heet dit gewoon terug de ‘Camping Clube do Brasil’, gesitueerd aan de Estrada do Pontal 5900 in Recreio. Op zich als camping geen grote aanrader, maar voor de surfers wel een leuk plekje.

Alweer een mooie dag dus. Met zo een van die momenten die eeuwig mocht duren, ook al heb ik geen eeuwig leven. Of dat vermoed ik toch, want als Christus de Verlosser zich morgen naar mij draait en zegt “Aha, Pa, eindelijk kom je eens langs!”, dan verandert dat de zaak natuurlijk.

Happy
Happy
0 %
Sad
Sad
0 %
Excited
Excited
0 %
Sleepy
Sleepy
0 %
Angry
Angry
0 %
Surprise
Surprise
0 %
Previous post Het einde nadert..
Next post Game of Thrones

Average Rating

5 Star
0%
4 Star
0%
3 Star
0%
2 Star
0%
1 Star
0%

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *